In 1652 kwamen leden van de VOC onder leiding van Jan van Riebeeck aan in Zuid-Afrika, en ze stichtten een kolonie. De oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika, zoals de Xhosa en de Zulu, werden tot slaven gemaakt. Later, in 1806, namen de Britten de kolonie over, en in 1836 schaffen de Britten de slavernij in Zuid-Afrika af. Doordat Zuid-Afrika een kolonie was van Europeanen, woonden er al veel blanken. De blanken werden toen ook al hoger geacht dan de Afrikanen. Vanaf het moment dat de slavernij werd afgeschaft, begonnen de spanningen tussen de blanken en de zwarten verder op te lopen.

De blanken in Zuid-Afrika, de Afrikaners (een mengeling van Nederlanders, Fransen en Duitsers) waren heel ontevreden over de afschaffing van de slavernij, omdat ze daardoor verlies maakten. Ook zagen ze dat de Britten steeds beter overweg konden met de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika, waar ze ook niet blij mee waren. Dit leidde tot de Grote Trek, wat inhield dat de blanke boeren verder het land in trokken en eigen staten stichtten zoals Oranje Vrijstaat en Transvaal. Maar meer in het noorden woonden ook al de oorspronkelijke inwoners van Afrika. De Afrikaners kregen verschillende conflicten met de stammen die daar leefden. Het bekendste conflict is waaneer één van de stammen, de Zulu's, in 1883 de boerenleider Piet Retief doden. Dit zorgt voor veel woede bij de Afrikaners, en op een bloedige manier verslaan ze de Zulu's.

Toen de Afrikaners later in hun staten goud en diamanten vonden, wilden de Britten daar natuurlijk van profiteren. Daarom probeerden ze de Afrikaners te dwingen tot samenwerking, wat uitliep in twee boerenoorlogen. In 1902 werd een vredesovereenkomst gesloten, het Verdrag der Vereniging. Dit hield in dat de Afrikaners hun onafhankelijkheid behielden, maar dat ze wel onder het Britse Koninkrijk vielen.

Door de strijd tegen de Britten worden de Afrikaners meer nationalistisch. In 1914 richt een politicus, Barry Hertzog, de Nasionale Party op. Deze partij was voor meer segregatie en tegen samenwerking met de Britten. Veel mensen waren het eens met de ideeën van Hertztog: volgens hen zou samenwerking tussen blanken en zwarten de ondergang van Zuid-Afrika betekenen. In 1933 komt de partij in de Volksraad, en Barry Hertzog word minister. Hij begint wetten in te stellen voor meer segregatie, zoals het landbezit van zwarten verkleinen. Op sommige plekken werd zelfs al het stemrecht voor zwarten afgeschaft. Volgens Hertzog konden het blanke ras en de Christelijke beschaving alleen maar blijven voortbestaan als de beginselen van de Apartheid werden ingevoerd. Barry Hertzog werd opgevolgd door Malan. Volgens Malan waren zwarten onderontwikkeld, en dat wilde hij graag zo houden. Dat is goed te zien aan dit citaat van Malan, wanneer hij regering probeert te overtuigen van de voordelen van segregatie:
"Ons moet op die weg van Apartheid beweeg, waardeur elke ras se karakter en toekoms binne sy eie gebied beskerm en veilig gemaak word en waardeur aan elke ras in sy eie tuiste volle geleendheid om te ontwikkel gegun word." (Met andere woorden: laten we de rassen scheiden, zodat de blanken zich kunnen ontwikkelen).

Al snel wordt Apartheid een populair woord onder de Afrikaners. Wat ook erg belangrijk is geweest voor het verspreiden van het idee van de Apartheid, is het dagblad 'Die Burger'. Het blad deed regelmatig enthousiast verslag van 'die vordering van die apartheidsidee'.

Door de onrust van de Tweede Wereldoorlog leidde de regering van Jan Muts een nederlaag, en Malan zag zijn kans. Hij begon campagne te voeren met als belangrijkste punt de Apartheid. Dit idee sloeg meteen aan bij de Afrikaners. In 1948 werd Malan de premier van de eerste apartheidsregering: het officiële begin van de Apartheid.